Zending is voor mij...

Het begon met een clubje van 5 mensen dat op de dag van het Zendingsfeest aarzelend over de drempel stapte van de pastorie op Zusterplein 10. Een gesprek over zending, tja, dat kan nog alle kanten op. Samen met ds. Stefan Bernhard, predikant van de Broedergemeente Zeist en Daniël Claas, communicatiewerker bij het ZZg, verkenden we met elkaar dat begrip ‘zending’. Waar denkt u aan bij het woord ‘zending’, was de logische openingsvraag. Hoe kijkt het ZZg op dit moment tegen dit begrip aan? En we verkenden met elkaar mogelijke rollen van het ZZg voor de toekomst.

Beladen
Een eerste inventarisatie in het rondje door de kamer leverde onder meer het volgende op: “Voor mij is zending het evangelie verkondigen”, zei iemand. Een ander zei: “Voor mij is zending letterlijk de zendingsopdracht zoals die in Matteüs wordt verwoord: ‘Ga op weg en maak alle volken tot mijn leerling’.” Weer iemand zei: “Zending is voor mij ook diaconale hulpverlening.”

Zending bleek als term ook beladen te zijn. Zo gaf iemand aan: “Zending heeft een negatieve bijklank gekregen. Het doet het beeld oproepen van de witte man die aan de zwarte man vertelt hoe het zit.” Iemand anders vulde nog aan: “Zending klinkt ook gezapig, gedateerd. Zending klinkt echt als iets van vroeger.”

Vervolgens gaf Daniël Claas namens ZZg aan dat juist de uitleg van ‘evangelieverkondiging van hier naar daar’ al lang niet meer is waar het ZZg voor wil staan. Hij schetste in vogelvlucht de tijdslijn vanaf het prille begin van de hernhutter zending tot heden.

Zending zonder geld?
“De Broedergemeente is opgericht als zendingskerk. Ook het ZZg heeft daarin een lange geschiedenis. Sinds 1793, maar eigenlijk al decennia daarvoor, trokken zendelingen vanuit Europa naar overzeese gebieden om daar het bevrijdende woord van het Evangelie te brengen. Ze trokken naar plekken waar men dat woord nog niet eerder had gehoord. Later kwamen daar praktische elementen bij: de zendelingen zorgden onder meer voor onderwijs en medische zorg. Weer later kwam het voortschrijdend inzicht dat onderwijzers en artsen niet vanuit Nederland moesten worden uitgezonden, maar dat de lokale bevolking daar zelf zorg voor draagt. Daarna begon de tijd van de ontwikkelingshulp, waarbij in Nederland niet meer geld werd ingezameld om mensen uit te zenden, maar om projecten te bekostigen in landen als Suriname, Tanzania en Zuid-Afrika. Nu zien we dat de inkomstenstroom van donateursbijdragen sterk terugloopt. We weten dus: als we zo doorgaan, dan houdt het een keer op. Tegelijkertijd ontstond ook de gedachte: moeten we überhaupt nog wel zoveel geld naar kerken overzee brengen? Kunnen de mensen in Suriname en in de andere landen niet zelf hun eigen kerk overeind houden zónder dat geld uit Nederland? De combinatie van die twee constateringen; teruglopende inkomsten voor het ZZg en een zekere ‘verlegenheid’ om zoveel geld te blijven doneren aan partnerlanden, deed bij het ZZg de volgende vraag rijzen: houdt het hier dan op als zendingsorganisatie? Het was een vraag die we ook aan onze overzeese partners stelden: als we straks weinig tot geen geld meer hebben, wat kunnen we dan nog voor elkaar betekenen? Betekent ZZg straks Zending Zonder Geld? Wat wordt onze nieuwe zendingsopdracht?”

Zending door uitwisseling
Het bleef een tijdje stil in de voorkamer van de pastorie, die inmiddels gevuld was met mensen. Er waren te weinig stoelen, waardoor er zelfs twee mensen in de deuropening stonden en meeluisterden. Daniël vervolgde met het idee van ‘zending door uitwisseling’.

“Het ZZg is aan het onderzoeken of we op het gebied van uitwisseling van geloof en inspiratie een rol van betekenis kunnen spelen. We zien immers ook dat wij niet meer per se ‘de blijde boodschap’ hoeven te verkondigen overzee. Kerk en geloof zijn daar op dit moment veel actievere begrippen dan hier in Europa. Maar als je van mens tot mens, van zuster tot broeder, op een gelijkwaardig niveau met elkaar kunt uitwisselen en delen in elkaars verhalen en geloofsinspiratie, kan dat leiden tot iets heel moois. Niet van daar naar hier, niet van hier naar daar, maar van beiden kanten uit. Het is tweerichtingsverkeer.”

De deelnemers aan het gesprek leken open te staan voor deze gedachte. Met name op de rol van gelijkwaardigheid werd door sommigen gehamerd. Welke rol het ZZg in dit geheel moet gaan spelen, is nog lang niet uitgekristalliseerd. Belangrijk uitgangspunt is wel dat het ZZg niet de inhoud van het gesprek moet gaan bepalen, dat is een taak van de kerk. Het zal gaan om een faciliterende rol. Het ZZg als facilitator, aanjager, katalysator van inspiratie. Dat kan door mensen uit verschillende culturen met elkaar te verbinden.

Tot slot werd verder nagedacht over mogelijke rollen die het ZZg in de toekomst kan spelen. Drie gedachten kwamen vervolgens naar voren bij de deelnemers aan het gesprek.

  1. Het ZZg kan veel beter zichtbaar zijn in de Nederlandse EBG gemeenten. Laat zien dat je er bent en vertel wat je doet. Show & Tell. De contacten tussen het ZZg en de Broedergemeente zijn de afgelopen jaren wat verwaterd. Men is niet goed op de hoogte van het reilen en zeilen van het ZZg. Een van de deelnemers gaf het volgende daarover aan: “Ik kom net uit museum Het Hernhutter Huis waar ik een prachtige film heb gezien over de Kilangala Missiepost in Tanzania. Ik wist helemaal niet dat het ZZg dat ook ondersteunde. Waarom wist ik dat niet?” Blijkbaar is men binnen de Nederlandse Broedergemeente niet meer goed op de hoogte van het werk van het ZZg. Iemand anders gaf aan: “Het ZZg moet zich ook realiseren dat veel EBG-leden niet geabonneerd zijn op het ZZg Nieuws (de meeste abonnees op ons blad zijn PKN-donateurs) en dus ook niet via die manier op de hoogte blijven. Wat beter beklijft, is in de kerken komen vertellen wat er gebeurt, wat het ZZg waar ondersteunt en hoe de gemeenteleden daarin kunnen helpen (met gebed en een gift). Ook gehoord: een radioboodschap (Anitri FM) blijft soms nog wekenlang naklinken.
  1. Het ZZg zou met zijn kennis en expertise ondersteuning kunnen bieden om de lokale zendingsopdracht (evangelisatie) in EBG gemeenten nieuw leven in te blazen. Onder sommige bezoekers was een duidelijke behoefte om als EBG gemeente veel meer zichtbaar te zijn eigen wijk, buurt, stad. Er werden voorbeelden aangehaald van andere denominaties die ‘lokale evangelisatie’ goed hadden belegd. Volgens hen zou hun EBG gemeente dat ook moeten doen. Laten zien dat je er bent als kerk middenin de samenleving. Aangeven dat je een sociale rol kunt spelen, dat je er voor de mensen wilt zijn in woord en daad. Het ZZg zou daarbij kunnen ondersteunen en faciliteren en aan lokale gemeenten kennis en middelen kunnen inzetten. De kerk moet hierin zelf het voortouw nemen, maar het ZZg kan het enthousiasme wel aanjagen.
  1. Concreet iets doen voor een ander blijft belangrijk. De EBG kenmerkt zich als traditionele zendingskerk door bidden én werken. Dat staat ook in het ZZg logo: geloven én doen. Het is goed om te realiseren dat er altijd concreet handelingsperspectief moet blijven om te kunnen omzien naar een ander door ‘goed te kunnen doen’. En veel mensen hebben die behoefte ook. Een voorbeeld werd aangehaald vanuit de EBG Rotterdam-Centrum. Daar werd linnengoed ingezameld voor verzorgingshuizen in Suriname. Bij het ZZg zou onze eerste gedachte misschien zijn: die tijd hebben we nu toch wel gehad, dat we dozenvol linnengoed gaan verschepen naar Suriname. Toch blijken veel mensen nog steeds de behoefte hebben om daadwerkelijk de daad bij het woord te voegen. Een van de deelnemers aan het gesprek zei het treffend: “Terwijl ik samen met andere zusters en broeders die dozen met linnengoed aan het vullen en dichtvouwen was, dacht ik: waarom raakt me dit nu zo? Is dat alleen omdat we iets betekenen voor onze zusters en broeders die het zo hard nodig hebben? Of is er meer aan de hand? Ja, het zegt namelijk ook iets over hoe wijk als kerk samen de handen ineen slaan en onze schouders eronder zetten. Ik voelde mij opeens weer trots op mijn eigen lokale Broedergemeente. Zo’n diaconale actie verbindt. Het is in de praktijk brengen van het Evangelie. Het is goed dat het ZZg dus ook altijd blijft werken aan een combinatie van geloven en doen.